Heel veel mensen stoppen eten in hun mond terwijl ze niet echt ‘honger’ hebben.
Nou is honger in Nederland sowieso een lastig woord, maar voor het ‘gemak’ gebruik ik het toch.
Wat je dus wil ontdekken wanneer je wel (of niet!) eet en/of drinkt terwijl je lijf (wel! of) geen brandstof nodig heeft.
Oftewel: wanneer gebruik je eten als genotmiddel om plezier te intensiveren of als verdoving om pijn te onderdrukken?
Je herkent het direct: het laatste waar je op zulke momenten zin in hebt is fruit, een groene smoothie of een salade met veel kiemen.
Nee, op zulke momenten wil je troep, koek, snoep, kaas, chocolade en/of een borrel.
Want je hebt het verdiend, echt nodig, zo slecht is het nou ook weer niet en daarbij: je hebt echt, echt honger – en je wil het nu!
Je kunt aan niets anders meer denken.
Het verschil tussen neppe honger en echte honger, is dat je paradoxaal genoeg bij echte fysieke honger ook nog wel eventjes door zou kunnen.
Je kunt prima even wachten op een groene smoothie of rijke salade.
Bij nep-honger: omdat je verdrietig, moe, koud, verveeld bent of een leegte voelt heb je geen zin in gezonde dingen.
En al helemaal niet het vertrouwen dat het ook wel over een uurtje kan.
HET MOET NU. SNEL. VEEL. VET. ZOUT. ZOET. ZWAAR. NU…. Terwijl je direct al weet dat je achteraf spijt hebt.
Het leuke is, zodra je zonder oordeel gaat observeren wat er zich aandient gebeurt er iets bijzonders: er ontstaat ruimte.
Je ontspant.
De druk gaat eraf.
En je ontdekt waarschijnlijk waar je echt behoefte aan hebt.
Iets wat een chocoladereep je wel belooft maar nog nooit heeft gegeven.
Want als honger niet het probleem is, is eten nooit de oplossing.
Dit emotionele en mentale aspect van eten bespreek ik uitgebreid in het boek De eiwitleugen.
Ook in het gesprek met Dennis Vink komt het aan bod.
Heel veel luisterplezier!
Wil jij ook een win-win-win-win? Sta jij achter dit werk en wil dat het voortzet? Via de knop doneren op de website kun je bijdragen.
Vrolijke groet en veel liefs, Janneke