Om uit te zoeken wat het natuurlijke dieet van een bepaalde diersoort is er een bijzondere maar super simpele formule ontdekt.
Het blijkt dat de verhouding tussen de grootte van een dier en de lengte van zijn darmstelsel laat zien voor welk type dieet een diersoort anatomisch gebouwd is.
Als je dieren op deze manier in kaart brengt, door de functionele lichaamsgrootte af te zetten tegen de lengte van de darmen, krijg je verschillende lijnen.
Zo is de dunne darm van een echte vleeseter zo’n 3 tot 6 keer de lichaamslengte.
De dunne darm van een echte planteneter is soms wel 12 keer de lichaamslengte.
De dikke darm van een echte vleeseter is kort en glad zodat niets kan gaan rotten.
De dikke darm van een echte planteneter is lang, complex en vaak geplooid om planten te kunnen verteren om er zo voldoende energie uit te kunnen halen.
En de vraag is dan ook: kun je als mens op basis van je anatomie het beste dieren, planten, fruit of een combinatie van dat alles eten?
Oftewel: ben je van nature meer een herbivoor (ofwel folivoor), een fructivoor (ofwel frugivoor) of een carnivoor (oftewel een faunifoor)?
Een herbivoor eet vooral bladeren en planten.
Een fructivoor is gebouwd voor het eten van vruchten/fruit.
Een carnivoor is anatomisch het beste ‘ontworpen’ voor het eten en verteren van de hersenen, organen en spierweefsel van andere dieren (ook al zit het onder de poep, modder, veren of haren).
Op welke lijn zit de mens?
Onze dikke darm is korter dan van ‘echte’ herbivoren.
Maar onze dikke darm is langer en meer geplooid dan bij vleeseters.
Onze dunne darm is zo’n 5 tot 6,5 meter lang.
Dat is iets langer dan dat van een vleeseter en iets korter dan een echte planteneter.
Wij zitten, in tegenstelling tot de meeste apen(!), op de lijn van fructivoor.
Oftewel: het lijkt erop dat wij anatomisch het meest geschikt zijn voor het spotten, plukken, eten en verteren van fruit.
Alle bijbehorende uitleg en bronnen vind je in het boek De Eiwitleugen.
Vrolijke groet en veel liefs, Janneke